• Breng ruim water met een snuf zout aan de kook in een pan (zie Tip).
• Was de aardappelen grondig of schil en snijd in grove stukken. Snijd de wortel in stukken van 3 cm.
• Kook beide in 12 - 15 minuten gaar. Giet af en laat uitstomen.
• Bereid ondertussen de bouillon.

Tip: Kook je voor meer dan 4 personen? Gebruik dan twee pannen voor de wortel en aardappelen.

• Snijd ondertussen de prei in dunne ringen.
• Verhit een klontje roomboter in een hapjespan op middelhoog vuur. Bak de prei 5 - 7 minuten. Breng op smaak met peper en zout.

• Verhit een koekenpan zonder olie op middelhoog vuur en bak de spekreepjes in 5 - 7 minuten knapperig.
• Haal de spekjes met een schuimspaan uit de pan en bewaar apart. Laat het bakvet in de pan.

• Verhit een klontje roomboter in de koekenpan van de spekjes op middelhoog vuur.
• Bak de gehaktballetjes in 4 - 6 minuten rondom bruin.
• Haal uit de pan en bewaar apart (zie Tip). 

Tip: De gehaktballen hoeven nog niet gaar te zijn. Je verwarmt ze later nog in de jus.

• Voeg opnieuw een klontje roomboter toe aan dezelfde koekenpan en roer de ketjap, de bouillon en de helft van de mosterd erdoorheen.
• Voeg de gehaktballetjes weer toe aan de koekenpan.
• Verlaag het vuur en dek de pan af met het deksel. Laat de jus zachtjes 5 - 6 minuten inkoken, of tot de gehaktballetjes gaar zijn.

• Voeg de prei toe aan de pan met aardappelen en wortel. Stamp de aardappelen, wortel en prei grof met een aardappelstamper. Voeg een klontje roomboter, de overige mosterd en een scheutje melk toe.
• Roer de spekreepjes erdoor. Breng op smaak met peper en zout.
• Serveer de stamppot op de borden met de gehaktballen en de jus erbovenop.